Spelling Taalverhaal - groep 7 week 29 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
taalverhaal spelling groep 7 week 29
Welk werkwoord ( tegenwoordige tijd ) hoort hier bij?
Ik werkte toen hard. - Wij werken nu hard.

Ik erfde een flink bedrag. - Wij een flink bedrag.
Ik filmde de werking van de machine. - Wij de werking.
Ik huilde een poosje. - Wij een poosje.
Ik klikte met mijn muis op het scherm. - Wij met onze muis op het scherm.
De handballer kneusde zijn enkel. - De handballers hun enkel.

Ik plensde een emmer water over de auto. - Wij een paar emmers water over de auto.
Het nieuwsbericht schokte de wereld. - De nieuwsberichten de wereld.
De auto slipte bijna. - De auto's bijna.
Ik snotterde bij het bekijken van de film. - Wij bij het bekijken van de film.
Ik steunde op haar rug. - Wij op hun ruggen .

Mijn opa stompte mij op mijn rug. - Mijn opa en oma ons op de rug.
Jij suste de ruzie. - Wij de ruzie.
Tikte jij op mijn schouder? - jullie nu op hun schouders?
De schilder verfde de school. - De schilders de school.
Ze wiste het bestand. - Wij de bestanden.

verder naar week 30