Spelling Taalverhaal - groep 7 week 8 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
taalverhaal spelling groep 7 week 8Vul steeds de verleden tijd in.
Het hele werkwoord - de verleden tijd .
aanbreken - Hij een nieuw pak .
aantasten - Het zeewater de romp van het schip .
afbakenen - De politie het terrein .
beetnemen - De jongen zijn zusje flink tijdens de vakantie.
handelen - Hij bliksemsnel.

harken - Hij het pasgemaaide grasveld netjes aan.
losrukken - Het meisje zich bij "Jongens pakken, meisjes pakken".
omspitten - Ik een deel van de achtertuin .
opgraven - De archeoloog de rest van een Romeins huis .
schikken - De bloemist alle bloemen.

slingeren - Ik de emmer over de sloot.
snoeien - De tuinman alle struiken.
stekken - De kweker de kleine geraniumplantjes.
tuinieren - De vrouw met veel plezier.
wrikken - Hij de paal uit de grond.
verder naar week 9