=>
Woorden bij spelling Taalverhaal - groep 6 week 30 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
het filiaal
- Een
is bijvoorbeeld een winkel die bij een winkelketen hoort.
financieel
- Lees jij het
economisch nieuws wel eens.
geniaal
- Ik vond het een
idee van hem, het was zó goed.
individueel
-
betekent net zo iets als persoonlijk.
logeren
- Opa vroeg: "Wanneer komen jullie weer
?"
de massage
- Ik kan wel een
van mijn nek gebruiken.
officieel
- Hij weet de uitslag nog niet
, maar hij heeft waarschijnlijk gewonnen.
het percentage
- Welk
moeten ze betalen aan rente?
het personage
- Een
is een persoon in een boek of een toneelstuk.
de rage
- Dat is een
, bijna iedereen doet nu mee.
de ravage
- Na de storm was het een enorme
.
het ritueel
- Het is een
, het is een kerkelijke traditie.
sociaal
- Hij gedraagt zich heel
, hij helpt iedereen.
de spionage
- De spion werd terecht beschuldigd van
.
de stage
- De scholier liep
bij een bedrijf.
controleer
Hint
OK
=>