=>
Woorden bij spelling Taalverhaal - groep 6 week 6 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
bedorven
- Ik zag dat de worst
was.
bozer
- De man werd steeds bozer en
.
het brilletje
- Het
was een beetje verbogen.
de dichter
- De
schreef een prachtig gedicht.
het klaver
- Het grasveld staat vol met
.
kwispelen
- De hond liep met haar staart te
.
de meloen
- De
rook heerlijk en was lekker sappig.
op het nippertje
- Ik kon
een ongeluk voorkomen.
oranje
- Wij droegen allemaal een
T-shirt.
het palmpje
- Het
groeide naast de ingang.
het rietje
- Kun je mij een
aangeven alstjeblieft?
het ritme
- De klas kon het
goed strak klappen.
de rommel
- Ik moet mijn
eerst maar eens opruimen.
spetteren
- De peuter zat met water te
.
de tube
- Doe de dop op de
anders droog het uit.
controleer
Hint
OK
=>