=>
Woorden bij spelling Taalverhaal - groep 6 week 4 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
allereerst
- Ik was het
aan de beurt.
de baron
- De
woonde in het nieuwe huis vlakbij het oude kasteel.
de hagedis
- De
is prachtig om te zien.
Hollands
- Het is een prima
product.
koken
- Mijn vader en moeder kunnen allebei goed
.
de lading
- De
hout op het dek moet goed vast liggen.
het lekkers
- Ik heb wat
meegebracht.
de molenaar
- De
woont niet in of naast zijn molen.
het platteland
- Kinderen op het
moeten vaak ver fietsen.
het resultaat
- Hij liet het mij het
van zijn schilderen zien.
de robot
- Deze
helpt bij het maken van auto's.
tamelijk
- Zij is
snel met lezen.
verzinnen
- Ik moet nog iets
voor morgen.
de wagon
- Deze
moet als laatste aangekoppeld worden.
de zonnebril
- Heb je je
bij je?
controleer
Hint
OK
=>