=>
Woorden bij spelling Taalverhaal - groep 6 week 3 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
de adem
- Ik hield de
in.
braden
- Wij
het vlees, gisteren
braadden
wij ook vlees.
enorm
- Mijn zusje is
verlegen.
grappig
- Maar zij is soms ook erg
.
het kanon
- Op de dijk stond een heel oud
.
de kapper
- De
heeft vandaag geen tijd meer voor mij.
krabben
- De verleden tijd van
is
krabden
.
krassen
- De verleden tijd van
is
krasten
.
kussen
- De verleden tijd van
is
kusten
.
opzettelijk
- Hij liet het
vallen.
de professor
- De
geeft vandaag les.
stelen
-
Gestolen
hoort bij het werkwoord
.
de verrassing
- Zij krijgt morgen een
.
voetballen
-
Gevoetbald
hoort bij het werkwoord
.
volledig
- Heb je alles
begrepen?
controleer
Hint
OK
=>