=>
Woorden bij spelling Taalverhaal - groep 6 week 1 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
achttien
- Wij hebben
kinderen in de groep.
het einddoel
- Het
is nu vlakbij.
de feesttaart
- Wij kregen een stuk van de heerlijke
.
de feesttent
- Het feest werd gehouden in een
.
het fietsstuur
- Het
was verbogen na het ongeluk.
de handtekening
- Hij zette zijn
.
de kaasschaaf
- Ik gebruik een
als ik kaas snijd.
de kastdeur
- Op de
zaten een paar stickers.
de ontbijttafel
- De
stond vol lekkere broodjes.
de oorring
- Mijn zusje heeft een gouden
.
de schrijffout
- De
viel niet erg op.
de taalles
- Ik heb mijn
al af.
het tafellaken
- Het
moet zo meteen in de was.
de vuilniszak
- Gooi jij de
in de container?
de zeepbel
- De
spatte uit elkaar.
controleer
Hint
OK
=>