Spelling Taalverhaal - groep 5 week 31 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
taalverhaal spelling groep 5 week 31Schrijf de woorden over

belachelijk - Hij gedroeg zich .
giechelen - De kleine kinderen zaten te .
houden - Wij van muziek.
de huisvrouw - De ging boodschappen doen.
keihard - Jullie hebben er voor gewerkt.

kuchen - Er zat iemand te in de zaal.
lachen - Ik probeerde haar aan het te krijgen.
het lichaam - Ze beefde over haar hele .
lauw - De koffie was al .
de regenpijp - De was vlak bij het dak afgebroken.

strijken - Zij zat met haar hand over haar haar te .
het tapijt - In de kamer ligt prachtig nieuw .
voorbij - Ik hoop dat het snel is.
vouwen - Ik moet de handdoeken nog even .
de wenkbrauw - Zij trok haar linker op.
verder naar week 32