Spelling Taalverhaal - groep 5 week 25 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
taalverhaal spelling groep 5 week 25Vul de goede vorm in de zin in .
Gebruik de tijd van nu = tegenwoordige tijd

aanbellen - Hij bij de buurman aan.
achterblijven - Hij achter bij zijn oma.
afknippen - Ik mijn nagels af.
bijpraten - Wij hen bij na de vergadering.
bovenkomen - Een walvis moet steeds om te ademen.

doorlezen - Wij het hele verslag door.
instappen - Zij in de trein van Rotterdam naar Utrecht.
opblazen - Wij de luchtbedden op.
openmaken - Zij de verfpotten open.
opgeven - Wij het op als we nu weer geen succes hebben.

oplossen - Wij de raadsels op.
oversteken - Je kunt het beste bij een zebrapad.
tegenkomen - Je kunt elkaar zaterdag bij de handbal.
teruggeven - Jullie het materiaal aanstaande maandag terug.
uitkiezen - Hij een nieuwe broek uit.

verder naar week 26