=>
Spelling Taalverhaal - groep 5 week 14 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Schrijf het goed over.
beloven
- Zij
altijd te komen , maar ze komen niet altijd.
beven
- De kinderen stonden te
bij het zwembad.
de bever
- De
zwom een heel eind onder water.
blozen
- Hij vertelde dat zonder blikken of
.
brave
- Hij zei: '
hond!'
gave
- Ze zingt echt
liedjes!
grazen
- De koeien liepen te
.
de kever
- De
heeft twee schilden over de achtervleugels.
de oever
- De kinderen speelden aan de
van de rivier.
de overkant
- Aan de
van de rivier heb je veel industrie.
razen
- De auto's
voorbij.
scheve
- Bij het flat staan een paar
bomen.
de verbazing
- Ik las het met
.
wijze
- Mijn moeder is een
vrouw.
wijzen
- Je moet niet steeds zo
.
controleer
Hint
OK
=>