=>
Spelling Taalverhaal - groep 5 week 11 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Schrijf het goed over.
droge
- Er liggen
handdoeken klaar.
gele
- De linksbuiten kreeg een
kaart van de scheidsrechter.
grote
- De jongetje had een
mond tegen zijn
zus.
de hamer
- Met een grote
sla je een spijker gemakkelijk krom.
kapot
- Mijn fietsbel is
.
lege
- Ik gooi lege batterijen nooit in de vuilnisbak.
nare
- Er hangt hier een
lucht, het stinkt.
het probleem
- Het
werd spoedig opgelost.
rare
- Hij maakte een
beweging, nu heeft hij spierpijn.
rode
- In de keukenhof zie je veel
tulpen.
samen
- Wij gaan
op voetbalkamp.
schone
- Waar liggen de
theedoeken?
de tekening
- Ik maak een
voor moederdag.
zaterdag
- Wij gaan
winkelen in Rotterdam.
zeker
- Ik weet het
.
controleer
Hint
OK
=>