=>
Spelling Taalverhaal - groep 4 week 31 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Schrijf het woord goed over.
de tweede
- de
tweede
het buiten
- De juf zei: 'We gaan zo naar
.'
de derde
- Ik heb mijn
boterham op.
bijten
- Honden zijn lief, maar ze kunnen ook
.
de dieren
- De dieren liepen in de
.
het einde
- De speeltuin is aan het
van de straat.
de keuken
- Wij hebben thuis een grote
.
kijken
- Wij
naar de schepen.
de morgen
- Het is nog vroeg in de
.
noemen
- Op het kaartje staat: 'Wij
haar Naomi.'
piepen
- De kuikens
hard.
de tante
- De
van Kasper komt op bezoek.
het varken
- Het
zit vol met modder.
de verte
- Ik zie hem in de
.
voelen
- Wij
ons blij.
controleer
Hint
OK
=>