=>
Spelling Taalverhaal - groep 4 week 26 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Schrijf het goed over.
de dakpan
- De
is rood.
het droogrek
- Het
staat op he grasveld.
de haarlak
- De
is duur.
de koelkast
- De
staat naast het aanrecht.
de oorbel
- De
is van zilver.
het plakband
- Het
plakt goed.
de roeiboot
- De
vaart snel over het water.
het roomijs
- Het
smaakt prima.
de rugzak
- De
is zwaar.
de slagroom
- De
op het toetje.
de slasaus
- De
staat in de koelkast.
de smeerkaas
- De
op mijn boterham.
de soepkom
- De soep in de
.
de wasbak
- De
in de badkamer is niet schoon.
het zeepsop
- De borden in het
.
controleer
Hint
OK
=>