Spelling Taalverhaal - groep 4 week 25 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
25.jpg
Schrijf het goed over.
de bloempot - De pot voor de bloemen heet de .
de deurmat - De mat bij de deur heet de .
het eigeel - Het geel van het ei heet het .
het huisdier - Het dier in huis heet het .
de ijskast - Een koelkast heette vroeger een .

de kauwgom - De smaakt lekker.
de stoelpoot - De is mooi van vorm.
de stoeprand - De is vrij hoog.
de stofdoek - De zit vol stof.
het tuinhek - Het staat open.

de voetbal - De is van leer.
de voordeur - De zit op slot.
de voortuin - De is kleiner dan de achtertuin.
het zonlicht - Het schijnt de kamer binnen.
de zwemband - De houdt het kind boven water.

verder naar week 26