=>
Spelling Taalverhaal - groep 4 week 24 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Schrijf het goed over.
Let op de
d
en de
t
.
de geest
- Hij kreeg de
, hij ging opeens hard werken.
de kwast
- De
stond in de verfpot.
het net
- Het
zat vol grote vissen.
de pot
- De
met jam staat op tafel.
de put
- De
was erg diep en stond vol water.
riet
- Hij beefde als een
.
vet
- Pas op! het flesje is
.
zoet
- De thee was erg
.
de draad
- De
is gebroken.
hard
- Ik loop
.
het kleed
- Het
onder de tafel is mooi.
luid
- Hij zong heel
.
de naald
- De
is erg scherp.
glad
- IJs is erg
.
goud
- De ketting is van
.
controleer
Hint
OK
=>