taal actief versie 4 - Groep 6 - Woordenschat thema 6 week 3b

  
Taal actief Taal actief Taal actief

Taal actiefKies uit de volgende woorden:
zo nu en dan - zich oprichten - het ritme - imiteren - constant - zo mak al een lammetje - foetsie - je oren spitsen - klakken - het schrikdraad -
Erg rustig. De hond is ... .
De hele tijd. Hij liep ... in hetzelfde tempo.
Weg; verdwenen. Mijn sjaal is ... .
Nadoen.
Beginnen met heel erg goed luisteren.
Een hol knappend geluid maken met je tong.
Af en toe; soms. Ik kijk ... op de klok.
Overeind komen. De merrie lag eerst maar richtte zich op.
Draad aan een hek waar stroom op staat.het
Een beweging steeds even snel herhalen. Hij rent in een vast ... .het