Volgens. Ik maak de tekening het voorbeeld. | aan de hand van |
Je betaalt om elke dag de krant te krijgen. | het |
Een plan of idee. Hij doet het om morgen naar de speeltuin te gaan. | het |
Een plooi in een stuk stof. | de |
Veel van iets willen weten. Thomas is erg in dino's . | |
Je kunt het goed gebruiken voor iets. Die kast is voor boeken. | |
Erg goed en leuk; je moet erom lachen. Het toneelstuk was . | |
Heel erg groot. | |
Je kunt het niet gebruiken voor iets. Die bal is voor voetbal. | |