Fiets met een laadbak voorop. | |
Iedereen die geld verdient, moet een deel aan de overheid geven. | |
Auto met twee zitplaatsen en veel ruimte voor spullen achterin. | |
De hele tijd op iemand letten. | |
Het opgeven. Toegeven dat je verloren hebt. | |
Zien dat iemand iets doet wat niet mag. | |
Vrachtauto met een laadbak die kan kantelen. | |
Dat wat vervoerd wordt, bijvoorbeeld in een bestelwagen. | |
Stiekem spullen van het ene land naar het andere land brengen. | |
Zoeken en verzamelen. Je sprokkelt takjes om een vuurtje mee te stoken. | |