taal actief versie 4 - Groep 5 - Woordenschat thema 6 week 2a

  
Taal actief Taal actief Taal actief

Taal actiefKies uit volgende woorden:
de voorbijganger - de visboer - de marktvrouw - de marktkoopman - de luifel
de ijscoman - de marktkraam - de schelvis - uitstallen - de vitrine
Man die ijsjes verkoopt uit een ijscokar.
Afdak van doek. Houdt regen en zon tegen.
Man die dingen verkoopt op de markt.
Soort grote tafel met dak van doek op de markt.
Vrouw die spullen verkoopt op de markt.
Soort vis. Zeevis die op wijting en kabeljauw lijkt.
Zo neerleggen of neerzetten dat iedereen het kan zien.
Man die vis verkoopt.
Glazen kastje waarin je dingen legt om naar te kijken.
Iemand die voorbij komt op straat.