Niet meer weten wat je moet zeggen. | met de mond vol tanden staan |
Snel en zachtjes blaffen. | |
Alles, behalve de laatste twee. | | Snel en met grote happen eten. | |
Het geluid dat eenden maken. | |
Wegjagen, ervoor zorgen dat mensen of dieren weggaan en niet meer terugkomen. | |
Ernaast ,aan de zijkant ervan. | |
Het geluid dat geiten maken. Meh meh | |
Het geluid dat ezels maken. ia ia | |
De manier waarop dingen na elkaar komen. Bijvoorbeeld de nummers 1, 2, 3, 4, 5 | de |