Een groot schip dat op zee vaart. | het |
Een soort roeiboot. | de |
De baas van een schip. | de |
Een duw. | de |
Een boot die andere boten trekt; een sleper | de |
Vertrekken met een schip. | |
Zwaaien. | |
Een teken geven. Bijvoorbeeld; hij seinde met vlaggen. | |
Steeds opnieuw. | |
Gemaakt van hout. | |
|