Taal actief 4 - groep 4 - Woordenschat extra -Thema 1 week 3b

  
..Taal actief 4
aanplanten - bemesten - de drukte - ervandoor gaan - de groentetuin - onkruid wieden -
oogsten - de schoffel - strijken - voor dag en dauw
Vluchten; zo snel mogelijk weggaan.
Planten neerzetten in een tuin.
Groenten of fruit van het land halen om op te eten.
Mest voor de planten op de grond strooien. Mest laat de planten goed groeien.
Kleren gladmaken door er met een warme strijkbout overheen te gaan.
Planten weghalen die je liever niet in je tuin hebt.
Heel erg vroeg.
Een ding dat gebruikt wordt om onkruid mee weg te halen.de
Een tuin waarin je groente laat groeien.de
Er zijn ergens heel veel mensen.de