| Omdat je het zo wilt., niet per ongeluk. | |
| Vallen. | |
| Opeens beginnen met lachen. | |
Je moet lachen, maar je doet het niet. | | | Met dat stuk van het been staat een paard op de grond. | de |
| Dingen die je na het eten moet afwassen: kopjes, borden, messen vorken en lepels. | de |
| De lange haren op het hoofd en in de nek van een paard. | de |
| Een zwarte vogel die op een kraai lijkt. | de |
| Eten voor dieren. | het |
| Daar zit je op als je op een fiets of op een paard rijdt.. | het |
|