Taal Actief groep 8 Spelling 9 les 2 ( kleuren 1 t/m 5 )

Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal actief spelling groep 8 taal actief spelling

hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
hij stelt aan
U
U heeft
bemoeien
jij
U
Zij hebben
herinneren
ik hem aan
jij
zij hebben
storen
jij
jij toen
zij heeft
verbazen
het kind
het
zij heeft

hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
verwaarlozen
jullie
jullie
ik heb
handhaven
ik
ik
ik heb
veroorloven
jullie
wij
ik heb
beraden
U
zij
ik heb
onderscheiden
ik
ik
ik heb

hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
uitbreiden
jullie
wij
de winkel is
verwonden
hij
hij
hij heeft
zich vergissen
ik me
jij je
wij hebben ons
zich verslikken
zij zich
ik me
jij hebt je
zich vertakken
de rivier zich
de leiding zich
zij hebben zich

hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
wassen
ik
ik
ik heb
belasten
ik
ik
ik heb
zich haasten
ik me
jij je
U heeft zich
verontrusten
hij
jij
je hebt ons
verzetten
ik
jij
je hebt