Taal Actief groep 8 Spelling 8 les 2 ( werkwoorden 1 t/m 10 )

Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal actief spelling groep 8 taal actief spelling


bestuderen - Hij heeft het plan van de gemeente uitgebreid .
eindigen - Deze reclame volgende week zaterdag.
proberen - Hij vorige week een nieuw record te vestigen.
vertellen - Hij heeft gisteren het hele verhaal .
plonzen - De eend in het water en zwemt direct naar het midden van de vijver.

verhuizen - Zij volgende maand naar Groningen.
beproeven- De technicus na iedere verandering de snelheid van het apparaat.
weven - In deze fabriek worden de doeken .
beïnvloeden - Door het schandaal werd de uitslag .
geschieden - Het ongeluk was al voordat we konden ingrijpen.

opladen - Ik heb de accu van je telefoon al .
verspreiden - De ziekte zich nu heel snel, het is een echte epidemie.
beheersen - Hij drie verschillende talen, het Nederlands niet meegerekend.
hopen - Hij volgende week donderdag naar New York te kunnen vertrekken.
ontdekken - In 1940 men plutonium, maar deze ontdekking werd geheim gehouden.

vergissen - Hij zich regelmatig. (v.t.)
afwachten - Ik het resultaat geduldig af. (t.t.)
bevatten - De plan drie belangrijke elementen. (v.t.)
inrichten - Jij het gebouw voor een groot gedeelte in. (v.t.)
uitbarsten - De vulkaan vorig jaar voor het eerst sinds tachtig jaar weer uit.

bekijken - Zij de situatie van een andere kant. (v.t.)
ontwerpen - Wij een nieuw soort koffiezetapparaat. (v.t.)
verzinnen - Jullie in die tijd de meest vreemde plannen!
waarnemen - Hij heeft een vallende ster .
ondervinden - Hij veel weerstand tegen zijn benoeming. (t.t.)

uitzenden - De radio dit programma a.s. woensdag uit.
verbieden - De vrouw haar zoon naar het feest te gaan. (v.t.)
verbinden - De monteurs de kabels binnen een uur. (v.t.)
bezitten - De voormalige miljonair een kasteel in Frankrijk, maar hij is nu failliet.
nalaten - Hij heeft een groot kapitaal .

opmeten - Ik heb de kamers al , alleen de gang moet ik nog opmeten.
uitsluiten - Het personeel is van deelname aan de loterij.
toewijzen - De regering heeft de vergunningen aan drie grote oliemaatschappijen.
uitkiezen - De atlete werd tot sportvrouw van het jaar.
begeven - De oude brug heeft het bijna en zal direct worden afgesloten.

werven - Hij drie nieuwe klanten voor het bedrijf. (v.t.)
inzien - Ik heb de plannen en ik ben heel enthousiast.
mogen - Wij de vorige keer gratis mee.
slaan - Jullie de ballen steeds over het hek, deden jullie dat expres?
voordoen - De oplichter zich voor als politieagent. (v.t.)