volgende
=>
Taal Actief groep 8 Spelling 6 les 4 ( roepen 6 t/m 10 )
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
taal actief spelling
hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
overlaten
ik
jij
wij hebben
vergeten
hij
jij
ik ben
afwijzen
jij
jij
jij hebt
blazen
hij
hij
hij heeft
verdrijven
zij
zij
zij hebben
hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
afwijken
hij
hij
wij zijn
opvallen
het
het
het is
overwegen
hij
jullie
hij heeft
zwijgen
je
jij
zij heeft
aftreden
hij
hij
zij zijn
hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
gelden
zij
wij
zij hebben
rijden
ik
jij
hij heeft
verslinden
je
jullie
ik heb
afsluiten
jij
jij
hij heeft
genieten
hij
jij
wij hebben
hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
zwerven
ik
wij
wij hebben
aanhouden
hij
jij
wij hebben
nadenken
hij
jij
wij hebben
verliezen
jij
jij
hij heeft
hij
jij
jij hebt / bent
controleer
Hint
OK
volgende
=>