Taal Actief groep 8 Spelling 6 les 2 ( kleuren 1 t/m 5 )

Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal actief spelling groep 8 taal actief spelling

hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
aarzelen
ik
jij
wij hebben
afwisselen
hij
jij
ik heb
overtuigen
jij
jij
jij hebt
verlangen
hij
hij
hij heeft
verbazen
zij
zij
zij hebben


hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
vrezen
hij
hij
wij hebben
golven
het water
de tarwe
het water heeft
wuiven
hij
jullie
hij heeft
bloeden
je
jij
hij heeft
schudden
hij
hij
zij heeft


hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
vermoeden
wij
wij
wij hebben
voorbereiden
ik
jij
hij heeft
gapen
je
jullie
ik heb
koken
jij
jij
hij heeft
snikken
hij
jij
wij hebben


hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
versterken
ik
wij
wij hebben
berusten
hij
jij
wij hebben
omvatten
het plan
het plan
het plan heeft
opletten
jij
jij
hij heeft
tasten
hij
zij
jij hebt