Taal Actief groep 8 Spelling 4 les 2 ( rijden 7 )

Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal actief spelling groep 8 taal actief spelling

hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
aanbieden
wij
wij
wij hebben
afsnijden
ik
ik
ik heb
bestrijden
jij
jij
jij hebt
betreden
hij
hij
hij heeft
zich bevinden
zij zich
zij zich
zij hebben zich


hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
gebieden
hij
hij
wij hebben
meerijden
hij
zij
wij zijn
optreden
hij
jullie
hij heeft
opwinden
je
jij
hij is
overlijden
hij
hij
zij zijn


hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
overschrijden
wij
wij
wij hebben
plaatsvinden
het
het
het heeft
schenden
je
jullie
hij heeft
uitschelden
jij
jij
hij heeft
uitvinden
hij
jij
wij hebben


hele werkwoord
tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
uitzenden
de radio
wij
wij werden
verbieden
hij
wij
wij hebben
verbinden
hij
hij
zij heeft
vermijden
jij
jij
hij heeft
verslinden
de leeuw
de leeuw
hij heeft