Taal Actief groep 7 Spelling 9 les 4 ( reizen 2a leven 2b antwoorden 3 )

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal actief spelling groep 7 taal actief spelling

tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
wij reizen
wij reisden
wij hebben
wij bonzen
wij
ik heb gebonsd
de koeien
de koe
het vee heeft gegraasd
wij niezen
jij
hij heeft geniesd
!!! wij niesen
jij
hij heeft geniest
ik peins
ik
wij hebben
jij verbaast
jij
ik ben
jij
hij verhuisde
zij zijn
ik vrees
hij
de man heeft


tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
wij leven
zij
wij hebben
jij belooft
ik
ik heb beloofd
zij
zij
zij hebben beleefd
wij durven
wij
wij hebben
jij gelooft
wij geloofden
wij hebben
de politie
de politie handhaafde
wij hebben
zij proeft
hij
zij hebben
wij
wij verfden
jullie hebben


tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
ik antwoord
ik antwoordde
wij hebben
jullie beantwoorden
jullie
ik heb beantwoord
zij bloedt
zij
zij hebben
het hout brandt
het vuur
het heeft
wij melden
wij
wij hebben
zij
hij redde
hij is
de takken verbranden
de takken
de takken zijn
wij verkleden ons
wij ons
wij hebben ons