Taal Actief groep 7 Spelling 7 les 4 ( fluiten 8 zoeken 10 )

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal actief spelling groep 7 taal actief spelling

tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
wij fluiten
wij
wij hebben
wij bezitten
wij bezaten
wij hebben
ik besluit
ik
ik heb
ik geniet
jij
hij heeft
wij gieten
wij
wij hebben
jullie ontbijten
jullie
jullie hebben
wij schieten
hij
zij hebben


tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
wij sluiten
wij sloten
wij hebben
wij smelten
ik
ik heb gesmolten
zij snuiten
zij
zij hebben
wij
wij spoten
wij hebben
wij vechten
wij
wij hebben
zij vergeten
hij
hij is
hij verwijt
hij verweet
jullie hebben verweten


tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
hij bedenkt
hij
jullie hebben bedacht
hij bevriest
hij
jullie hebben
hij bezoekt
hij
jullie hebben
hij brengt
hij
jullie hebben
hij denkt
hij
jullie hebben
hij
hij
jullie zijn gekomen
hij koopt
hij
jullie hebben


tegenwoordige tijd (nu)
verleden tijd (toen)
deelwoord
jij moet
hij
jullie hebben gemoeten
hij verdenkt
hij
jullie hebben
hij verkoopt
hij
jullie hebben
ik
hij
jullie hebben verloren
zij verzoekt
hij
jullie hebben
het vriest
het
het heeft
jij
hij zocht
jullie hebben