Taal Actief groep 7 Spelling 4 les 4 ( reizen 2a - leven 2b ) verleden tijd (tijd van toen)

  
Kom je er echt niet uit? Klik dan op de Hint knop.
Taal actief spelling groep 7 taal actief spelling

hele werkwoord
verleden tijd (toen) enkelvoud
verleden tijd (toen) meervoud
deelwoord
reizen
ik reisde naar Wenen
wij reisden
Wij zijn naar Brussel gereisd.
blozen
ik
jullie
wij hebben gebloosd
niezen
ik vaak vorige week.
jullie
wij hebben geniesd
niesen
ik nieste vaak vorige week.
wij niesten
wij hebben geniest
reizen
ik naar Parijs
zij
Hij is via Antwerpen gereisd.
verhuizen
Vorige week zij.
Wij afgelopen zaterdag
De buren zijn verhuisd.


hele werkwoord
verleden tijd (toen) enkelvoud
verleden tijd (toen) meervoud
deelwoord
beloven
ik beloofde
wij
wij hebben beloofd
draven
ik
wij
de paarden hebben gedraafd
hoeven
hij niet
Jullie het niet te doen.
wij hebben het niet
leven
ik
jullie
wij hebben geleefd
verven
ik
wij
Wij hebben de deur geverfd.