volgende
=>
Taal Actief groep 6 Spelling 10 les 4 ( Amsterdamse , Nederlandse )
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul het goede woord in. (Denk aan de hoofdletter)
Amsterdam
de Amsterdamse grachten
Utrecht
de
heuvelrug
Rome
het
plein
Holland
een
nieuwe (=haring)
Friesland
de
doorloper (=schaats)
Duitsland
een
herder (=hond)
Frankrijk
de
slag (=snel en onnauwkeurig)
Schrijf op wat er in de steden en landen te zien is.
In Nederland wappert de
vlag.
In Den Haag ligt het
bos.
In Parijs zie je de
mode.
Uit Rome komen de
cijfers.
In Frankrijk wordt
wijn gemaakt.
In Utrecht staat de
Domtoren.
Uit Holland komen de
zeilschepen.
Uit Duitsland komt de
herder.
Een Engelsman spreekt de
taal.
In Rotterdam zie je de
havens.
In Friesland hangt de
staartklok.
Amsterdam is bekend om de
grachten.
Schrijf op wat de mensen eten en drinken.
Engeland
thee
Frankrijk
wijn
Amsterdam
uien
Duitsland
worst
Holland
haring
Den Haag
hopjes
Rome
pizza's
Utrecht
koekjes
Rotterdam
drankjes
Nederland
zuurkool
Parijs
aardappels
Friesland
suikerbroden
controleer
Hint
OK
volgende
=>