Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.

taal actief spelling

Schrijf de drie vormen van elk woord naast elkaar in de goede rij.

basiswoord	woord met er	woord met st
rood	roder	roodst
bekend
		slechtst
beroemd
	breder

Maak van elk woord een woord met st.

slecht	slechtst	hard
vervelend		gezond
laat		breed
kort		beroemd
klein		bekend

Vul de juiste vorm van elk woord in de zin in.
Ik fiets hard. Jij fietst , maar mijn zusje fietst het .
Die stok is kort. Die liniaal is nog , maar dit potlood is het .
Ik kwam laat thuis. Veerle kwam thuis, maar Dianne kwam het thuis.
Die lat is breed. Die plank is nog , maar die balk is het .
De man is klein. Die jongen is , maar die kleuter is het .
Het kind is vervelend. Mijn broer is nog , maar mijn buurjongen is het .