volgende
=>
taal actief 3 groep 5 - nummer 35 - ( pakket 9 les 3 )
Schrijf het meervoud op.
fles
gesprek
aantal
klap
kip
struik
spier
bed
rivier
bom
gezin
Vul het goede woord in. ( Dik, dikke - slim, slimme )
een dik pak
twee
pakken
een fris drankje
een
appel
een snel bootje
een
auto
een dun meisje
een
jongen
een zwak dier
twee
dieren
een wit konijn
twee
hamsters
een smal bruggetje
een
brug
een vet ijsje
een
kroket
een vol wagentje
een
mond
controleer
Hint
OK
volgende
=>