Taal groep 8 opdracht 28

  
taal groep 8

Vul de volgende woorden op de juiste wijze in.
verbaasd - verbaast - verklaart - verklaard - vertonen - vertoon - vertoond -
verwend - verwennen
Opa's en oma's hun kleinkinderen vaak.
Marieke werd echt verwend op haar verjaardag.
Op van uw kortingskaart gaat er 25% van de verkoopprijs af.
De tandwielen al een flinke slijtage.
Zo'n enorme stunt is nog nooit .
Het mij dat hij meegekomen is.
De boer keek heel toen er nog een lammetje geboren werd.
Ik begrijp het en dat een heleboel.
De minister heeft dat ze slechts een proefballonnetje wilde oplaten.

Vul een voorzetsel in.
Hij was zijn nopjes dit geschenk.
Zij was niet opgewassen de vele moeilijkheden.
We waren overtuigd zijn goede bedoelingen.
Hij bedekt de grond een nieuwe laag aarde.
Zien jullie verlangend uit de vakantie?
Vandaag begint Hans zijn examen.
Hij kan niet die wedstrijd deelnemen.
Hij doet niet onder zijn broertje.
De vrienden komen elkaar op.

Overschrijven en zet een trema als dit nodig is. Bijvoorbeeld: sleeen - sleeën.
geevenaardbacterien
tweeengeeindigd
melodieenvoltooiing
officieleideeen
glooiingingeent
patientenkopieen

Maak nieuwe woorden met de vier woorden. (drie of vier letters langer maken!)
deurautoappelpost
deurpostautobandappelmoespostbode
deurautoappelpost
deurautoappelpost
deurautoappelpost
deurautoappelpost

Invullen ! Let goed op de tijd.
kaften(v.t.)In de vakantie de leerlingen hun boeken.
vluchten(v.t.)Drie gevangenen uit de gevangenis.
praten(t.t.)Wij over de voetbalwedstrijd.
verspreiden(t.t.)Deze bloem een heerlijke geur.
aanrichten(v.t.)De zware storm veel schade aan.