Taal groep 8 opdracht 27

  
taal groep 8

Vul de volgende woorden op de juiste wijze in.
beeldhouwen Het monument was bijzonder mooi.
erven Hij wist wist zich met het geld geen raad.
aanleren Dit is van hem een gewoonte.
dichtslibben De haven was onbruikbaar geworden.
hijsen De zeilen vingen veel wind.
witten Achter in de tuin staat een muur.
breien Er zit een gat in deze trui.
roosteren Deze marshmallow smaakt heerlijk.
slippen De auto sloeg over de kop.
verzinnen Dit verhaal ging over dieren.

Vul hier het juiste woord in.
Zo dood als een Zo mager als een
Zo trots als een Zo eerlijk als
Zo slim als een Zo doof als een
Zo wit als een Zo wijs als een

Vul het juiste werkwoord in.
Iets ter harte .Iemand op handen .
Het onderspit .Korte metten met iets .
Bij de pakken .Polshoogte .
Iets in zijn schild .Het ruime sop .

Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden achter de zin.
De jonge prinses droeg een witte mantel.
De prachtige diamanten hadden een hoge waarde.
De gouden munten waren van een oude graaf.
Het slimme antwoord bracht ons op een goed idee.

Vul in.
Onze club won de wedstrijd.
= persoonsvorm
= onderwerp
= lijdend voorwerp
De koningin heeft de tunnel geopend.
= persoonsvorm
= onderwerp
= lijdend voorwerp
De jongen liet de eieren vallen.
= persoonsvorm
= onderwerp
= lijdend voorwerp
Het schip verlaat de haven.
= persoonsvorm
= onderwerp
= lijdend voorwerp
Je mag dit boek wel lenen.
= persoonsvorm
= onderwerp
= lijdend voorwerp