Taal groep 8 opdracht 24

  
taal groep 8

Verander de zinnen zoals in het voorbeeld.
Moeder braadt een kip.Moeder zou een kip braden.
Oma breit een trui.Oma een trui .
Papa verzint een verhaal.Papa een verhaal .
Opa haalt ons van school.Opa ons van school .
Mijn zus doet examen.Mijn zus examen .
De kapitein hijst de vlag..
Hij koopt een nieuwe fiets..
Wat betekent dit toch??
De film loopt goed af..
De leeuw stort zich op zijn prooi..

Vul een passend werkwoord in.
Iemand voor de gek .
Iemand op heterdaad .
Iemand in de steek .
Ergens de draak mee .
Steen en been .
Iemand iets op de mouw .
Ergens mee akkoord .
Ergens de spot mee .

Kennen en kunnen; vul op de juiste manier in!
Wij die mensen niet.
Ik vanmiddag niet komen.
jullie mij even helpen?
Gisteren ik mijn huiswerk niet leren.
Maar vandaag ik dat wel.
Dit lesje ik nog niet goed.


Maak de zinnen volledig. (Noteer het nummer van de rode zin.)
1. het hard regent.
2. we blijven niet al te lang bij je tante.
3. jij kunt dit nooit alleen af.
4. ik niet zoveel zin heb.
5. we weer op tijd teruggaan.
Ik ga met je mee, hoewel 4 .
Ik ga met je mee, als .
Ik ga met je mee, want .
Ik ga met je mee, tenzij .
Ik ga met je mee, maar .

Welk passend woord kies je uit de rode woorden?
dessert - deserteren - tosti's - lunch - brunch - punch - diner
Dit was een uitgebreid .
Alle gasten lieten zich het goed smaken.
Ben jij ook zo dol op ?
Hij gebruikte de in een restaurant.
Wij hadden een uitgebreide op zondag.
( Zoek de woorden op in een woordenboek. )