Taal groep 8 opdracht 07

taal groep 8

Vul het juiste voegwoord in. Eerst goed nadenken.
Ze kon de sommen niet oplossen, ze begreep ze niet.
Ze had niet goed opgelet, ze de sommen niet begreep.
Ze had niet goed opgelet en begreep ze de sommen niet.
Ze begreep de som niet, ze niet goed had opgelet.
Had ze nu maar goed opgelet! zou ze nu de sommen wel begrijpen.
Ze had de sommen goed kunnen maken, ze beter had opgelet.
Ze had goed opgelet, ze kon toch de sommen niet maken.
Pas ze goed had opgelet, kon ze de sommen maken.

Schrijf het meervoud erachter.
theaterdatum
goochelaarmuseum
portefeuilletechnicus
salarislaboratorium
chauffeurcommissaris
manchetmassa
ideegraf

Schrijf de zinnen in de tegenwoordige tijd.
verspreiden Deze man de folders.
rondleiden De gids de vreemdelingen rond.
aanhouden De vorst nog steeds aan.
volhouden Als jullie , zal het best wel lukken.
vinden Hoe je vader dit boek?
worden De advertentie in het avondblad geplaatst.
optreden je wel eens in een schouwburg op?
bestellen Hij een nieuwe telefoon.

Kies uit de volgende woorden om in te vullen:
tijdig - tijdelijk - geprijsd - geprezen - ken - kan - gelegd - gelegen
Laat je me weten of je meegaat?
Deze supermarkt wordt gesloten, als er wordt verbouwd.
De leerlingen worden voor hun inzet.
De artikelen werden direct door de vakkenvullers.
Ik er wel een paar gaten in boren.
jij alle Europese hoofdsteden?
Dat boek heeft in de etalage .
De merel heeft een paar eieren .

Kies uit sc- of sk-.
Mijn oudste zus heeft een mooie ooter.
De ore werd op het bord bijgehouden.
Onze nieuwe bank was met ai bekleed.
Er was een ala aan mogelijkheden.
Deze vakantie gaan we iën in Frankrijk.
New York heeft een herkenbare yline.