Taal groep 7 opdracht 28

  
taal groep 7

Schrijf het onderwerp en het lijdend voorwerp op.
onderwerp lijdend vw.
Hij heeft een souvenir meegebracht. hij een souvenir
We hebben een gouden medaille gewonnen.
Men zal deze straat volgend jaar asfalteren.
Hij heeft de brief meteen gepost.
De chauffeur wilde de lifters meenemen.
De leraar vertelt een verhaal.
Hij heeft een mooi boek gekregen.
De violist speelde een prachtig muziekstuk.
Waar heb je die euro gevonden?
Je moet je kamer nog opruimen.

Vul een voorzetsel in.
Het sein staat rood.Hij is bang straf.
Ik lach mijn zusje.De baby morst zijn slab.
Ik vecht mijn tranen. Een reis de trein.
Ik tuur de verte. Rijden een tunnel.
Ze zwaait haar vriendin. Ze snuit haar zakdoek.
Hij is verdiept het boek. Hij weet alles raad.
Betalen gepast geld. Verzekerd diefstal.
Hij stopt de stopstreep. De groeten allen.

Ga zo verder.
kort korter kortst
sterk
vreemd
langzaam
beleefd
vervelend
slim
beroemd

Vul in.
verleden tijd voltooid deelwoord
fladderen De vlinder De vlinder heeft .
stranden De boot De boot is .
uitvinden Vader het uit. Vader heeft het .
uitbreiden De stad uit. De stad is .
verkopenDe winkelier De winkelier heeft .
halen Jan de post. Jan heeft de post .

Vul in.
voorstelling - ventilatie - typisch - virtuoos - accepteren
Ik wil jouw uitnodiging graag aannemen.
De violist speelde grandioos.
In ons lokaal is een goede luchtverversing.
Dat is nou specifiek, speciaal Amerikaans.
Er zat onvoldoende variatie in de vertoning.