Taal groep 7 opdracht 27

  
taal groep 7

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd.
verdiepen De kinderen zich in hun spel.
binnenkomen Ze merkten niet dat er iemand .
grazen De koeien in de wei.
worden De bewoners door het water verrast.
verwachten Wij gisteren niet zoveel bezoek.
amuseren We ons met dit nieuwe spel.
verbazen Dat verhaal je toch niet?
uitrusten Ik uit op de bank.
verbieden De agent ons door te rijden.
wachten De fans ongeduldig op hun idool.

Vul een voorzetsel in.
Lieke was de wolken haar nieuwe fiets.
Ze werd het kastje de muur gestuurd.
We zijn geabonneerd een avondkrant.
schade en schande wordt men wijs.
Het zware werk ging een leien dakje.
De toeschouwers juichten vreugde.
De journalist bracht verslag uit de krant.
Kaas wordt melk gemaakt.

Vul in: ei of ij.
De auto verminderde geldelijk zijn snelhd.
Zullen we de zlen vast hsen?.
Op de sla doen we olie en azn.
Deze zaak wordt binnenkort uitgebrd.
David is een beschden jongen..
In de bergen moet je soms stle hellingen beklimmen.
We genoten van het heerlke zomerweer..
Bart zei, dat hij genlijk niet kon komen.

Schrijf de verkleinwoorden erachter.
paraplu auto
sprong leuning
maand snee
maan station
jongen baby
tekening lamp

Vul in.
ambitie - auditie - expeditie - extreem - taxeren
Kun je van dit gouden horloge de waarde bepalen?
Dat meisje heeft veel aspiraties.
De acteur deed proefoptreden voor een filmrol.
Het is vandaag uitzonderlijk warm voor de tijd van het jaar.
De gids had de trektocht door de jungle goed voorbereid.