| Persoonsvorm | Voltooid deelwoord | Heb je die fim op televisie gezien? | heb | gezien |
Deze straten zijn prachtig verlicht. | | |
Dit oude huis wordt geschilderd. | | | |
Hij heeft computerspelletjes gespeeld. | | |
De bakker heeft een taart gebakken. | | |
Ik heb die jongen op zijn woord geloofd. | | |
Hebben jullie in die wedstrijd nog gescoord? | | |
De medicijnen hebben helaas niets geholpen. | | |
Mijn neus zit nog steeds verstopt. | | |
Ik heb naar muziek geluisterd. | | |