Taal groep 7 opdracht 20

  
taal groep 7

Zoek de persoonsvorm, het onderwerp en het lijdend voorwerp.
persoonsvormonderwerplijdend vw.
De zanger zingt een lied. zingtde zangereen lied
De kok brandt zijn vingers.
De acrobaat verloor zijn evenwicht.
De leeuw bespringt zijn prooi.
De loodgieter herstelt het dak.
De kapitein bestuurt het schip.
De vloot verlaat de haven.
De tennisser slaat de bal.
De aannemer bouwt een school.
De organist bespeelt het orgel.

In de tegenwoordige tijd.
verblindenHet sterke licht mij.
bereidenZij een lekkere maaltijd.
strijdenHet volleybalteam om de beker.
kunnenIk vandaag langskomen.
bevrijdenDe dierenliefhebber de vogel uit zijn kooi.
smedenHij een geweldig plan.
bindenHij het touw goed vast.
leidenDe gids de toeristen rond.

Schrijf deze woorden in het meervoud.
het salaris de het paleis de
het portretde het jochie de
de havik de de comité de
de koopman de de werkman de
de logé de de computer de
de kuststad de het horlogeglasde
het kalf de de beeltenis de
het hangslot de de acrobaat de
het signaal de de broche de
de bloes de het ei de

Vul in.
tragedie - tiran - toetasten - toeven - toenmalig
De minister in die tijd hield een goed betoog.
We moesten snel iets pakken voor alles op was.
Het was goed verblijven op het strand.
Hij gedroeg gedroeg zich als een vreselijke alleenheerser.
Er speelde zich een waar drama af op het toneel.