Taal groep 7 opdracht 18

  
taal groep 7

Zoek het onderwerp en het lijdend voorwerp op.
onderwerplijdend voorwerp
De voetballer maakt een doelpunt. de voetballereen doelpunt
Mijn nichtje verzint een verhaal.
Hij kent alle tafels.
Mijn broer onthoudt het jaartal.
Je moet het vlees goed kauwen.
Malou spelt haar naam.
De monteur demonteert de motor.
Anne maakt haar huiswerk.
De man mist de bus.
We passeren het flatgebouw.

In de verleden tijd.
werken De bouwvakkers dag en nacht.
troostenHij zijn dochter.
verbeteren jullie alle fouten?
gebeurenEr gisteren een ernstig ongeluk.
hetenHoe dit toneelstuk?
durven je te duiken?
ratelenOveral de printers.

Vul in. ( Vergeet de hoofdletters niet! )
In Turkije wonen .In Noorwegen wonen .
In Roemenië wonen .In België wonen .
In Engeland wonen .In Frankrijk wonen .
In Griekenland wonen .In Italië wonen .
In Spanje wonen .In Portugal wonen .

Welk woord kies je uit.
tas - kudde - pakje - doos - rol - paar - stapel - bolletje - zwerm - boeket
een bonbonseen boeken
een bloemeneen schoenen
een bijeneen boodschappen
een botereen schapen
een ijseen wc-papier

Vul een passend woord in.
royaal - rubriek - roekeloos - radeloos - rechtstreeks
Deze colomn lees ik altijd.
We reizen direct door, linea recta naar ons vakantiehuisje.
Ze waren wanhopig, verbijsterd toen hun hondje was weggelopen.
De man rijdt wel heel erg onverantwoord.
De pieten deelden vrijgevig, niet karig pepernoten uit.