Taal groep 7 opdracht 17

  
taal groep 7

Zoek het lijdend voorwerp op.
De jongen vangt veel vis. veel vis
Mo draagt de boodschappen.
Ik schreef oma een lange brief.
De monteur verwisselt de banden.
Sinterklaas gaf me een hand.
De winkelier verkoopt leuke boekjes.
Hij betaalde me een euro.
De postbode heeft de post bezorgd.
Mijn zusje dekt de tafel.
We bezoeken de dierentuin.

In de tegenwoordige tijd.
branden Ik van verlangen om jou te zien.
branden je zusje zich aan de kachel?
landenHet vliegtuig op Schiphol.
strijdenHij voor de eer van zijn club.
strijdenIedereen voor zijn eigen partij.
verscheurenHet meisje de oude kranten.
verscheuren jij de kranten ook?
verwondenJe je aan die spijker.

Verdeel in let-ter-gre-pen.
vreemdstevreemd-stegrootste
geleerdstelaatste
geschiktsteberuchtste
besproeiingverstrooiing
verfraaiinghaviken
kievitenmiljonair

Schrijf de volgende afkortingen voluit.
a.h.w.als het waredhr.
d.w.z.mevr.
i.p.v.nl.
m.a.w.o.a.
enz.ong.
bijv.z.o.z.
m.i.v.z.s.m.

Vul een passend woord in.
squash - frequent - quiz - catwalk - mannequin - aquarel
Het model liep over het podium voor een modeshow.mannequin -
Op maandag speelt hij altijd een soort tennis.
Bij het vragenspel werden moeilijke vragen gesteld.
Dit waterverfschilderij is van een beroemde kunstenaar.
Hij is een regelmatige laatkomer.