Taal groep 7 opdracht 05

  
taal groep 7

De zin moet in de verleden tijd komen. Wat verandert? Dat woord in de v.t.
De tuinman plant een nieuwe roos.plantte
Ik ontdek nergens een toren.
Weet je de weg niet meer?
De lamp brandt gelukkig nog.
We wensen jullie veel plezier.
Hij zegt, dat je gelijk hebt.
Ben je al elf jaar geworden?
Het aantal vermindert snel.
Er wacht nog heel wat werk.
Landt de luchtballon hier?
Ik stuur je een pakje.

Schrijf de tegenstelling op.
De bus komt aan.De bus
Een schip laden.Een schip .
Het ochtendblad kopen.Het kopen.
Het is eb.Het is .
Opa is ziek.Opa is .
Een valse hond.Een hond.
Een snelle bootEen boot
Een pil doorslikkenEen pil
Een zeilschipeen schip
Uitademen
De school gaat uit.De school gaat .

Schrijf achter elke zin de persoonsvorm en het onderwerp.
Een kelner opende de zware deur.
De vrouw lachte tegen de kinderen.
De jongens rennen naar het veld.
Job fluistert me wat in mijn oor.
De tuinder kweekte mooie bloemen.
Mijn broer maakt een reis naar Afrika.
De film begint om half acht.
Er stonden enkele mensen op het perron.
Hij zette de stoel in de kamer.
Lianne geeft haar vader een hand.

Maak de les af. Kijk naar het voorbeeld.
duidelijkduidelijkerhet duidelijkst
beroemdhet
sterkhet
voorzichtighet
handighet
zorgvuldig het
dichthet
Je hebt nu net de trappen van vergelijking opgeschreven.

Vul in. Kies uit:
excursie - extreem - export - expert - explosie
Het lek in de gasleiding veroorzaakte een enorme ontploffing .
We gingen met de hele klas op een gezellig werkbezoek .
Het was uitzonderlijk koud gisteren.
Er moest een deskundige aan te pas komen.
Nederland kweekt veel groente voor de uitvoer .