Taal groep 6 opdracht 25

taal groep 6

Schrijf in de verleden tijd.
bradenOma een heerlijke kip.
kledenMidas zich vlug aan om naar de wedstrijd te gaan.
radenJe er maar een beetje naar.
knedenIk het deeg voor de koekjes
hetenHoe het toneelstuk ook weer?
ladenDe chauffeur de vrachtauto.
gebeurenEr vandaag niets bijzonders.
zuigenWe op een lekkere toverbal.
woedenGisteren er een hevige storm.
krabbenDe kat aan de bank.

Vul verder in.
drijfnatkurkdroog
armdom
kleinmager
roodoud
zwartmoe
groennijdig

Zet de woorden alfabetisch. Kijk naar de voorbeelden.
preiaardbeikarweiblik
aardbeiblik karweiprei
bakkerijaalbeszandvisserij
aalbesbakkerij visserijzand
lachenopscheppenpochengrinniken
operatiemaandagvorstrijst
jochiechocoladenaaisterkip
druifgashaardarrensleenarcis
plakkenvluchtenbedijkenrusten
stekendansenjagenbemoeien
politiekerkwaaierlood

Vul in!
een hoog huishoge huizen
een dood vogeltje
een duur kostuum
een laag hek
een zwaar boek
een waar verhaal
een slap touw
een stevig koord
een naar kind
een vol glas