Taal groep 6 opdracht 21

taal groep 6

Schrijf in de verleden tijd. Ken je de regels goed?
openenDe man de deur voor zijn vrouw.
verwarmenDe open haard de kamer.
vertellenGisteren ik je een geheim.
lachenToen ik de clown zag, ik heel hard.
kennenDie jongen zijn les goed.
trakterenToen ik jarig was, ik de hele groep.
bellenVanmorgen een postbode aan.
rennenIk onmiddellijk naar de deur.
verven je vader het huis zelf?

Schrijf de woorden over.
zolderraamapotheker
nachttreinbibliotheek
spiegellijstverrassing
stationsstraatgoochelaar
kerkklokongelooflijk
littekennieuwsgierig
lauwwarmkoninklijk
handdoekonmiddellijk

Kies het juiste woord uit en vul in.
bibliotheek - theater - bioscoop - museum - apotheek - perron
Het toneelstuk speelt in het .
De film draait in de .
Medicijnen koop je in de .
Het schilderij kun je zien in het .
Boeken leen je in de .
We wachten op de trein op het .

Welk woord past er achter?
Na de lente komt de .
Na de vorst komt de .
Na regen komt .
Na de zomer komt de .
Na de nacht komt de .
Na oktober komt .
Na januari komt .
Na de herfst komt de .