Paul lacht die grap. | Ik ga even mijn vriendje. |
Dit is het einde het verhaal. | De wind draait van het westen het oosten. |
Kim komt me staan. | De bal vloog het dak. |
De automonteur lag de auto. | De hoed waaide de struiken. |
Het gaat het haar vader? | Hij ligt slap het lachen. |