volgende
=>
Taal groep 6 opdracht 1
Kies het juiste woord en vul het in.
politie - schooljaar - augustus - 's avonds - schilderij - horloge - lucifers - sportschoenen
Het nieuwe
is begonnen.
In de winkel koop ik nieuwe
.
In het museum zag ik een oud
.
In de maand
gaan we meestal op reis.
Moet jij 's ochtends of
de hond uitlaten.
Met
moet je voorzichtig zijn.
Bibi kreeg voor haar verjaardag een mooi
.
Mijn broer werkt bij de
.
Vul verder in.
veranderen
ik verander
hij verander
t
het weer verander
t
verzamelen
ik
hij
mijn vader
tekenen
ik
hij
de kunstenaar
vertellen
ik
hij
de meester
groeien
ik
hij
de kleuter
zaaien
ik
hij
de boer
tellen
ik
hij
de man
krijgen
ik
hij
oma
Vul een voorzetsel in. - Onder, in, voor, achter, op, door, naast, enz.
Er lag een propje
de grond.
We kijken
het raam
buiten.
De kat zat
de boom
een tak.
Ik kom je
half vijf ophalen.
Max rijdt snel
Bart aan.
De schuur staat
de tuin.
Onze hond ligt
de deur te waken.
Vul het hele werkwoord (doewoord) in:
Die agent
verhindert
ons door te rijden.
De inbreker ontloopt zijn straf niet.
Tim klautert als een kat in die boom.
De kapitein commandeert de soldaten.
Kim treuzelt bij het ontbijt.
Peter verdeelt zijn knikkers.
De jongen verfrommelt zijn blaadje.
Schrijf de tegenstelling op.
Een levende tak - Een
tak.
Een droge handdoek - Een
handdoek.
Een onbewolkte lucht - Een
lucht.
Een rustige straat - Een
straat.
Een lichte vracht - Een
vracht.
Een mooi schilderij - Een
schilderij.
Een kleine steen - Een
steen.
controleer
Hint
OK
volgende
=>