Taal groep 5 - nummer 29

  
Taal groep 5 Taal groep 5

 Ga zo door. [ werkwoorden ]
schommelenik schommelhij schommelt
komenik hij
dansenik hij
wenkenik hij
schenkenik hij
duwenik hij
hinkelenik hij
trommelenik hij

 Kies goed uit en vul in. [ werkwoorden ]
wind - windt - antwoord - antwoordt - word - wordt
Kees zeven jaar.Ik acht jaar.
Loes de wol op.Ik de wol op.
Theo verkeerd.Ik goed.

 Welk geluid maken ze?
kwaakt - kakelt - knort - blaat - hinnikt - blaft - miauwt - balkt - zingt - loeit - kraait - brult
De hond .Het varken .
De haan .De koe .
De ezel .De kanarie .
De kip .Het schaap .
De poes .Het paard .
De leeuw .De eend .